Vervalregeling van het omgevingsvergunningendecreet
De vervalregeling van het omgevingsvergunningendecreet is van toepassing op alle nog geldige stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen. Het omgevingsdecreet is immers van toepassing geworden op deze vergunningen en er werd niet in een specifieke overgangsbepaling voorzien om het verval van stedenbouwkundige vergunningen anders of specifiek te regelen.
Vervalregeling van verkavelingen – kavel niet bestemd voor woningbouw
Een verkavelingsvergunning heeft een hybride karakter waarbij de finaliteit ervan niet enkel het bebouwbaar maken is van kavels, maar ook dat het een instrument is van goede ruimtelijke ordening, waardoor er ook onbebouwbare kavels kunnen voorzien worden. (zie oa. RvVB 22 maart 2016, nr. RvVB/A/1516/0837 , RvVB 2 oktober 2018, nr. RvVB/A/1819/0128)
Een kavel kan dus perfect voorzien worden ‘niet bestemd voor woningbouw’ vb. perceel voor afwatering.
De vervalregeling spreekt van “ten aanzien van te minste één derde van de kavels”. Dus deze kavels – die niet voor woningbouw bestemd zijn – worden ook meegeteld. Hier is geen uitzondering voor voorzien. Let wel dat de tijdige bebouwing door de verkavelaar conform de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met verkoop wordt gelijkgesteld. Dus als het perceel werd ingericht of wel degelijk gebruikt wordt voor de niet woningbouwfunctie, lijkt ons dit dan ook beschouwd te kunnen worden als een tijdige ‘bebouwing’ of realisatie van de verkavelingsvergunning.
Met vragen over concrete dossiers kan u terecht bij uw gemeente. Die is bevoegd voor de meeste vergunningsaanvragen en is het best geplaatst om uw dossier te beoordelen.